Column Micha Meinderts Feit en fictie
Feit en fictie
Al vijf jaar lang ga ik elk jaar met zo’n vijftien andere auteurs een week naar Frankrijk om te schrijven. Hard werken, maar het is zo ontzettend inspirerend en zo ontzettend leuk dat ik het hele jaar naar deze ‘vakantie’ uitkijk.
Tijdens een van die weken schreef ik mijn allereerste scène voor Aldus Sybren: een proloog die in een latere versie weer sneuvelde. Daarna schreef ik het leeuwendeel van wat uiteindelijk het sinterklaashoofdstuk werd. Ik durfde niemand te vertellen waar ik precies mee bezig was, noch waarom ik met rode oortjes achter mijn laptop zat.
Het grootste probleem bleef dat een paar jaar uit mijn bestaan geen afgerond verhaal vormde. Ik ben tenslotte nog niet dood. Daarbij is het echte leven, met allerlei zijlijntjes en terloopse personages, veel ingewikkelder dan een boek en ben ik zelf als romanfiguur niet bepaald geloofwaardig.
Na een bijzonder verhelderend gesprek met een bevriende schrijver wist ik wat ik moest doen. Ik kneedde wat er echt gebeurde en wie er echt bestonden in een vorm die op papier veel beter tot z’n recht zou komen, maar hield de fundering intact.
Een autobiografische roman: waargebeurd en toch verzonnen.