Diana – the ‘people’s princess’

Diana - the people's princess

Schrijfster Susan Smit schreef voor Diana. Haar eigen verhaal het voorwoord.
Vandaag blogt Susan over Diana – the ‘people’s princess’. Volgende maand schrijft Blauw Bloed-presentator Jeroen Snel een blog over Diana.

Ik, drieëntwintig en net klaar met mijn studie Nederlands, zat op de bank in mijn moeders huis een boek te lezen toen mijn moeder met een geschokt gezicht binnenkwam. ‘Ze is overleden,’ zei ze vol ongeloof. ‘Lady Di is overleden.’ Ze zette water op voor de thee, iets wat de Britten zelf ook altijd doen in geval van rampspoed in welke vorm en gradatie dan ook, en vertelde iets onsamenhangends over een auto-ongeluk en een tunnel in Parijs. De ontreddering van mijn moeder, een vrouw die niet bepaald snel uit het veld geslagen is, staat me nog steeds bij.

Amerikanen van boven de zestig kunnen nog altijd navertellen waar ze zich bevonden en wat ze aan het doen waren toen ze hoorden dat president Kennedy was neergeschoten. Wij, Europeanen van boven de dertig, weten nog waar we waren toen we de dood van prinses Diana vernamen.

Diana Frances Spencer maakte iets los in mensen. Er lopen veel mooie, bekende vrouwen in het publieke domein rond – een deel van hen zet zich in voor goede doelen, net als zij, en een ander deel heeft ook jonge kinderen. Die vrouwen bewonderen we, vinden we sympathiek of boeiend. Diana bracht veel meer teweeg dan dat. Het was niet haar schoonheid of kracht die maakten dat we warme gevoelens voor haar koesterden; het was haar nauwelijks verhulde kwetsbaarheid.

Diana stond voor elegantie en glamour, natuurlijk, maar vooral voor zachtheid. Ze stond nooit met de kin omhoog en de borst vooruit, maar altijd met het hoofd een beetje schuin en de blik schalks omhoog. Alsof ze wilde zeggen: ik weet dat alle ogen op me gericht zijn en ik doe er alles aan om die blikken waardig te zijn, maar eigenlijk weet ik ook niet precies waarom ik hier met deze tiara op mijn hoofd sta en jullie niet. Daarom was ze een ‘people’s princess’; ze was een van ons, een voormalige schooljuf die in dat enge Britse koningshuis moest zien te overleven. Dat ze daar op een gegeven moment vertrok deed niets af aan haar status. We zagen dat ze ook zonder die vermaledijde Windsors prinsessenbloed had.

We hadden allemaal het gevoel dat we haar kenden. En ze wilde ook door ons gekend worden. Anders zou ze geen serie geheime gesprekken hebben gevoerd met meneer Andrew Morton, die dat eloquent in een boek kon optekenen. Dat boek vraten we. De vrouw die monddood was gemaakt door het Britse instituut van het vorstenhuis, die geacht werd niet meer dan een zwijgend icoon te zijn, eerst aan de arm van de kroonprins (die waarschijnlijk nooit een koning zou worden) en later als verstotene in de vorm van ex-vrouw en ex-lid van het Koninklijk Huis, sprak zich uit.

En hoe. Ze sprak over haar onzekerheden, haar twijfels, haar desillusies, haar hoop en haar angsten. Zodat we wisten dat zij het ook allemaal niet wist. Hoe te leven, bedoel ik. En wij ook niet. En dat dat helemaal oké is.

Susan Smit (1974) is schrijfster van historische romans zoals De eerste vrouw en non-fictieboeken over persoonlijke ontwikkeling, zoals Hotel Hartzeer, dat ze samen met Marion Pauw schreef.

(Foto Susan Smit – © Yvette Kulkens)

Diana. Haar eigen verhaal

Diana. Haar eigen verhaal