Rob Hoogland en Arthur van Amerongen bloggen over Vaderdag. Deel 2
Rob Hoogland en Arthur van Amerongen bloggen – in de traditie van Het Grote Foute Jongens Boek – over Vaderdag. Vandaag deel 2.
Deel 2. Pappi
Arthur: Pappi! Je bent natuurlijk helemaal geen papa omdat je aan babyfobie, pedofobie én ephebifobie lijdt, maar in Zuid-Amerika noemen volwassen kerels elkaar altijd liefkozend ‘pappi’.
Niks homofiels hoor, al hoor ik je dat denken. Puur #Pavlov! Elkaar pappi noemen is dus gewoon gezonde ‘male bonding’, al weet ik van verschillende vrienden van mij met een midlife crisis dat het begint bij elkaar pappi noemen en eindigt in een kelder vol ledermannen in de hoofdstedelijke Warmoesstraat, na een gezellig ritje door de polder en langs de bollenvelden met de brommerclub.
Ken je de komediant W. C. Fields trouwens? Dat is mijn grote held want die had een bloedhekel aan kinderen en was altijd stomdronken! Zie hier: www.youtube.com
Laatst schreef ik jou dat een zelfgekleide asbak het mooiste cadeau is dat je welke papa dan ook kan schenken op Vaderdag. Of een tegoedbon voor een sekshuis natuurlijk, al kan dat flink oplopen als die ouwe zich te buiten gaat aan de bubbels.
Trouwens: als het aan Pechtold ligt schaft Nederland Moeder- en Vaderdag af omdat dat kwetsende feesten zijn voor mensen van een niet nader te noemen niet-Westerse religie die bovendien leiden tot hun uitsluiting. Dat zei-ie warempel ook al over Pinksteren, dat maar vervangen moest worden door het Suikerfeest. Hij zei letterlijk: iedereen in Nederland weet dankzij het Ramadan-journaal van onze geweldige, onafhankelijke staatsomroep de spirituele en filosofische waarde van de vastenmaand Ramadan en het Suikerfeest (hiephoi, Tuschinski slopen en met zijn twintigen nog even invalide, joodse meisjes van drie uit hun looprekjes kickboksen!) en wat Pinksteren inhoudt weet echt geen hond meer.
Oom Rob, het is toch van de gekke dat Den Haag Pasen, Pinksteren en Kerst wil afschaffen en dat een gruwelijke massamoord als het mohammedaanse Offerfeest een nationale feestdag moet worden, verplicht voor iedereen! Wat ga jij doen met Vaderdag? Ik heb nog een tegoedbon voor twee personen voor Huize Ria aan de Overtoom. Betaal jij dan de bubbels, dan regel ik de juffies! En de garderobe is gratis!
Rob: Weet u wie haar man ook pappi noemde? Juliana. Net zo’n oud wijf als u, nu ik erover nadenk, en op het laatst net zo in de war. Iedereen weet wat er van dat huwelijk terecht is gekomen. Zelfs het Malieveld was te klein geweest als iemand op het idee was gekomen om voor de Vaderdag van Bernhard al zijn buitenechtelijke kinderen uit te nodigen. Voor pappi was het elke dag Suikerfeest. Hij was een ouwe viezerik, die er zelfs niet voor terugdeinsde om de 18-jarige dochter van een van zijn vrienden te bevruchten. Resultaat: Alexia Grinda. Nooit welkom, natuurlijk, dat arme grietje, wanneer op Soestdijk Vaderdag werd gevierd. Daar zorgde Trix wel voor.
Gelieve mij derhalve geen pappi meer te noemen, mijnheer Van Amerongen. Ik heb uw vrijpostigheid, overigens wel héél vaak homo-erotisch van aard, langzamerhand leren accepteren. ‘Ouwe’, ‘oom Rob’, ik moet met mijn tijd mee en vind het daarom allemaal goed tegenwoordig. Maar pappi is me nog steeds een brug te ver. Er wordt bovendien een familiaire band mee gesuggereerd die tot mijn grote vreugde niet bestaat. Ik ben uw pappi niet en beschik daarnaast wél over sterk zaad. Net als u heb ik het – verpleegster niet nodig, ik hoefde alleen maar even sterk aan AZ te denken en de premature ejaculatie was al een feit – ooit onder een microscoop mogen aanschouwen. Wat een vrolijke, onstuimige boel! Zelfs de dienstdoende gynaecologe begon te blozen. Jaren later moest ik eraan terugdenken toen ik een reportage schreef over The Duke of Lullwater, een van de beroemdste Nederlandse dekhengsten ooit. Het paard was toen al 21 jaar oud, had twee kunstknieën, stond de hele dag op stal met een oude geit als gezelschapsdier en werd dagelijks op een kunstmerrie gehesen, waar drie stoten doorgaans genoeg waren.
“Elke dag een beker vol, meneer!” vertelde de fokker vol bewondering.
Geen wonder dat mijn bijnaam daarna in intieme kring The Duke werd.
‘t Is maar goed dat voor The Duke of Lullwater nooit een Vaderdag is georganiseerd, mijnheer Van Amerongen. Tegen hem moest zelfs Bernhard het afleggen. Aan de andere kant kon ZKH In tegenstelling tot The Duke lezen en hadden al zijn kinderen, inclusief de buitenechtelijke, hem dus een exemplaar van Het Grote Foute Jongens Boek voor Vaderdag kunnen geven. Was de tweede druk ook meteen uitverkocht geweest. En laten we wel wezen: foutere jongens dan Benno zijn er nooit geweest.